Mag mijn kind bepalen waar het gaat wonen
27 november 2025 
3 min. leestijd

Mag mijn kind bepalen waar het gaat wonen

Het is een grote misvatting dat kinderen zelf mogen bepalen waar zij na de scheiding gaan wonen. Hoewel kinderen vanaf 8 jaar sinds 1 januari 2025 gehoord mogen worden en hun mening mogen geven, betekent dit niet dat zij volledig zelf mogen kiezen. Het is uiteindelijk aan de ouders om te bepalen wat het beste is voor het kind.

De mening van het kind


Kinderen vanaf 8 jaar krijgen de gelegenheid om hun mening te uiten tijdens een scheiding. Dit betekent dat zij kunnen aangeven wat hun wensen zijn met betrekking tot de omgangsregeling.

Bij de rechter gebeurt dat bij het zogenaamde 'kindgesprek'. Dit is een gesprek van ongeveer 20 minuten tussen het kind en de rechter, waarbij de ouders niet aanwezig zijn. Het kind mag aangeven wat het vindt van de situatie en de afspraken. Let op: een kind mag pas vanaf 16 jaar meepraten over de hoogte van de kinderalimentatie. De rechter geeft tijdens de zitting een korte samenvatting van wat er tijdens het kindgesprek besproken is en de rechter weegt bij de beslissingen mee wat de minderjarige gezegd heeft.

In mediation worden de kinderen ook betrokken. Ze krijgen de gelegenheid om een verklaring of brief te sturen op uitnodiging van de rechter. Het is ook mogelijk dat er een gesprek tussen de mediator en het kind plaatsvindt. Overlegd kan worden of de ouders daar wel of niet bij zijn. Het grote voordeel van dit gesprek is dat de mediator als relatieve buitenstaander ook eens kan zeggen tegen de kinderen hoe goed de ouders het doen, ondanks de moeilijke situatie. Dit geeft veel opluchting bij de kinderen. Meestal zeggen de kinderen niet zoveel, maar achteraf blijkt hoe fijn ze het gevonden hebben.

Hoewel er ook tijdens een mediationproces waarde wordt gehecht aan deze mening en deze serieus mee wordt gewogen in de afspraken die worden gemaakt, blijven de ouders eindverantwoordelijk en maken zij de uiteindelijke beslissing. De mediator mag namelijk niet 'op de stoel' van de rechter gaan zitten.

De mediator kan wel veel meer achtergrondinformatie meegeven aan de ouders. Bijvoorbeeld hoe voorkomen kan worden dat de kinderen in een loyaliteitsconflict of crisis komen te zitten en hoe de ouders om kunnen gaan met 'manipulatief' kind/pubergedrag.

Als de ouders niet tot overeenstemming komen


Ouders zijn dus in eerste instantie verantwoordelijk voor het maken van afspraken over de woon- en omgangsregeling. Wanneer zij er samen niet uitkomen, kan de rechter worden ingeschakeld. De rechter luistert naar de mening van het kind, maar houdt ook rekening met andere factoren zoals de stabiliteit van de omgeving, de band met beide ouders, en de praktische haalbaarheid van de wensen van het kind.
Met andere woorden: de rechter houdt rekening met de verschillende belangen: die van het kind en de belangen van de ouders.
In mediation maken de ouders deze afweging samen. De mediator kan behulpzaam zijn door het verstrekken van informatie.

Het belang van het kind


Het uitgangspunt bij het bepalen van het hoofdverblijf van het kind is altijd het belang van het kind. Wat dat belang precies inhoudt is natuurlijk sterk afhankelijk van hoe de ouders dit invullen vanuit hun eigen waarden, normen en perspectief.
De hoofdlijn van het belang van het kind wordt gezocht in het welzijn en de (geestelijke/mentale) ontwikkeling van het kind. Het welzijn van het kind houdt niet in dat het kind geen verdriet of spanning mag voelen of dat alles bij het kind weggehouden moet worden. Het houdt in dat de ouders het kind helpen bij het omgaan met verdriet en spanningen. Dat gaat natuurlijk het beste als de ouders zelf deze vaardigheden hebben. Mediation kan hierbij van grote toegevoegde waarde zijn om de ouders hierbij te helpen. De ontwikkeling van het kind ligt in het op een goede manier begeleiden van kind via puber naar volwassenheid. Dit houdt in dat het kind leert om de verschillende kanten te zien en te waarden om de 'schijnbare' tegenstellingen te leren overstijgen. Dit is in gezinsverband al niet evident. Niet voor kinderen en niet voor de ouders. In geval van een scheiding is dit uiteraard nog ingewikkelder. Inzicht voorkoming van oudervervreemding brengt veel opluchting, want elke ouder in een scheiding heeft de angst te vervreemden van het kind. Al is het alleen maar omdat je niet meer elke dag bij elkaar kunt zijn.

Conclusie


Kinderen vanaf 8 jaar mogen hun mening geven over waar ze willen wonen na een scheiding en hoe zij de omgangsregeling voor zich zien, maar zij hebben niet de eindbeslissing. Hun input wordt serieus genomen en meegenomen in de uiteindelijke beslissing die wordt genomen door de ouders of de rechter, met als uitgangspunt het belang van het kind.

Over de schrijver
Hilde Kroon is mediator en jurist, met meer dan 20 jaar ervaring in Nederland en België en praktijken in Alkmaar en Arnhem.
Reactie plaatsen